5. Eckelrade

St. Bartholomeuskerk
Toren, driebeukig schip en driezijdig gesloten koor-XIII, XIV, XVIII en later. Eenklaviers orgel in Luikse trant, ca. 1760 gebouwd, orgelgalerij XIX A. Doopvont (XIXb), wijwaterbak (XVI), beiden van Naamse steen. Vier grafkruisen en twee grafstenen, XVIII. Gotische kerk met driebeukig schip en 3/8 apsis en een ongelede toren met ingesnoerde spits. Het zadeldak dekt de drie beuken. Het oudste deel van de kerk stamt uit de 13e eeuw. Van de eenbeukige kerk uit die tijd resten nog inwendige muurresten. Het onderste deel van de toren dateert uit de 14e eeuw, evenals het gotische koor en een kapel aan de noordzijde. Mogelijk is de toren in de 15e eeuw verhoogd. De kapel aan de noordzijde werd in 1717 vergroot tot een volledige noordbeuk. Daarbij werden tevens het schip en het koor verhoogd. De toren kreeg een classicistisch toegangspoortje. Toen de parochie in 1845 zelfstandig werd, werden aan de noordzijde een sacristie en een doopkapel aangebouwd. In 1923 werd de neogotische zuidbeuk toegevoegd op een plint van kunrader steen naar plannen van architect Heurkens
Tot de inventaris behoren een laat-gotische St.-Anna-te-drieën uit circa 1500, een hardstenen wijwaterbak uit de 16e eeuw, en een hardstenen doopvont uit circa 1860. In de zuidmuur zijn grafmonumenten uit 1644-1736 opgenomen. . In 1870 plaatsten Pereboom & Leijser in deze kerk het in hun bezit zijnde orgel van het voormalige klooster “Hoogcruts”, gebouwd rond 1750 door Robustelly (Luik); van 1803 tot 1868 had het dienst gedaan in de kerk van ’s-Gravenvoeren en van 1868 tot 1870 in de kerk van Limmel-Maastricht.