3. Eijsden Breust

St. Martinuskerk
De St. Martinuskerk (Breust) is de hoofdkerk van de parochie Breust-Eijsden geweest. Van de rond 1200 gebouwde Romaanse kerk, die in 1393 werd verwoest, resteert slechts een in het torenportaal geplaatste Romaanse latei. De kerk werd daarna in gotische stijl herbouwd. Daarvan resteren nog de ronde hardstenen zuilen met maaskapitelen onder de spitsboogarcades van het huidige middenschip. Uitbreiding van het priesterkoor en aanbouw van beide sacristieën heeft plaats gevonden in respectievelijk 1722, 1851 en 1855. Hierdoor ontstond een driebeukige basiliek met ronde raambogen in de schepen, een halfrond gesloten koor en met een laatgotische toren van vier geledingen met ingesnoerde naaldspits.
De toren aan de westzijde stamt uit de 15e eeuw en werd in laatgotische stijl gebouwd. De torenspits, 42 meter hoog, werd in 1896 vernieuwd. Vooral de toren van het kerkgebouw is bijzonder. Zoals veel Zuid-Limburgse kerktorens uit de hoge en late Middeleeuwen zijn de torens opgetrokken van mergelsteen. Kenmerkend voor deze toren zijn de gotische bogen en traceringen geleed. In de toren hangen een klok uit 1766 gegoten door M. Legros en een klok uit 1810 van C. Drouot.
Het torenportaal is bijzonder. Het stergewelf is fraai en de latei is een aanwijzing dat hier eeuwen voor de torenbouw al gehecht werd aan fijne en bijzondere producten van ambachtelijkheid. De latei heeft namelijk een bovenrand met twee flauwe hellingen die in een punt samenkomen. Het is voorzien van drie gebeeldhouwde medaillons tussen bladranken. In de medaillons zijn steeds een mens en een dier in strijd te vinden. De middelste kan men interpreteren als Samson en de leeuw. Het linker paar zou beschreven kunnen worden als St. Michaël en de draak. Door de stijl van de reliëfs laat de latei zich in de tweede helft van de 12e eeuw plaatsen. Het gotische schip achter de toren werd in 1722 vervangen door een barok schip en in 1851 werd het gotische koor vervangen door een grotere koorpartij met aan beide zijden een sacristieruimte. Tot de inventaris behoren een Romaans hardstenen doopvont uit de 12e eeuw, een stenen altaar mensa in de sacristie daterend uit de 14e eeuw, kerkbanken uit 1663 en 1718, een preekstoel uit 1692 en twee zijaltaren en biechtstoelen uit de 18e eeuw. Tegen de noordzijde van het koor bouwde men in 1879 een neogotische grafkapel voor de grafelijke familie De Geloes. In de kerk zelf zijn verschillende leden van de grafelijke familie Van Hoensbroeck, bewoners van kasteel Oost, begraven.