In het bijzonder graaf Johan Frans van Bronckhorst, de laatste nakomeling van de Bronckhorsten in mannelijke lijn, heeft veel gedaan voor de kerk. Omstreeks 1700 liet hij het schip geheel opnieuw optrekken, waarbij de baksteen en mergel in de gevel elkaar in de karakteristieke vorm van ‘speklagen’ afwisselen. Johan Frans en zijn echtgenote Anna Maria zu Toerring Jettenbach, zijn zuster Anna Gertrudis en zijn broer Otto (wijbisschop van Osnabrück) schonken de drie altaren, het orgel (1711) en een grote zilveren monstrans. Het orgel is gebouwd door de Luikse orgelbouwer Philippe le Picard. Gebouw en interieur vormen daarmee een historisch waardevol ensemble uit de tijd van barok rond 1700, waarmee de familie Van Bronckhorst Batenburg haar hoge adellijke status tot uitdrukking wilde brengen. Andere opmerkelijke kunstwerken in de kerk de twee beelden van Sint Agatha en Sint Crispinus, rond 1500 vervaardigd door de Maastrichtse beeldsnijder Jan van Steffesweert (één beeld is gesigneerd). |